Ontwikkeling van weerkundige apparaten

Het oude Griekeland en Aristoteles

De eerste serieuze poging om alle verschijnselen van fysische aard en de hemel te beschrijven was Metereorologica. Uit de titel van dit werk is ons word meteorologie ontstaan.

Middeleeuwen en De Renaissance

De ontwikkeling van de weerkunde stond in de Middeleeuwen vrijwel stil maar in de Renaissance werden talrijke uitvindingen gedaan, enkele voorbeelden: Dagboeken van Leonardo da Vinci bevatten ontelbare studie van weerverschijnselen en ontwerpen en instrumenten, zoals de hydrometer, een apparaat voor het meten van de vochtigheid van de lucht. Sterrenkundige Galielio Galilei was de eerste die een thermometer ontwierp. Evangelista Torricellli maakte de eerste barometer. Torricelli bemerkte dat het grootste deel van het kwik in de buis bleef staan en niet naar de schaal zakte en dat ruimte boven het kwik in de buis luchtledig was. Hij concludeerde dat de kwikkolom werd gedragen door de luchtdruk en dat variaties in de hoogte van deze kolom werden veroorzaakt door veranderingen in die druk. De Franse geleerde Blaise Pascal was een van de eersten die besefte dat deze veranderingen in luchtdruk zouden kunnen samenhangen met veranderingen in het weer en hierdoor werd de weg vrijgemaakt voor het gebruik van de barometer voor de weersverwachting. Pascal was ook de eerste die aantoonde dat de luchtdruk bij het toenemen van de hoogte kleiner wordt.

18de eeuw

De Duitse fysicus Gabriel D. Farenheit (1686-1736) ontwikkelde naar hem genoemde temperatuurschaal, die in sommige Angelsaksische landen nog steeds wordt gebruikt. De temperatuurschaal was gedefinieerd volgens drie punten, de temperatuur van een mengsel van water, ijs en keukenzout (0 F), het vriespunt van water (32 F) en de temperatuur van het menselijk lichaam (geschat op 96 F). In 1742 introduceerde Anders Celsius, een Zweeds astronoom, een schaal waarop het nulpunt het kookpunt van het water was en het vries punt bij 100 C lag. Deze omgekeerde schaal was bedoeld om in de winner negatieve temperaturen vermijden. In 1745 werd de temperatuurschaal omgedraaid door de Zweedse natuuronderzoeker C. Linnaeus en de temperatuurschaal is bekend als de Celsiusschaal.

19de eeuw

In het begin van de negentiende eeuw was weervoorspelling nog grotendeels gebaseerd op weerspreuken, een mengsel van verstand en bijgeloof. Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel, bijvoorbeeld: "morgenrood brengt water in de sloot" en "avondrood teder, morgen mooi weder".

De uitvinding van de telegraaf door Samuel Morse werd de snelle uitwisseling van informatie mogelijk en daardoor ook de synoptische weersverwachting. Het eerst meteorologisch meetnet werd in de VS in 1849 opgezet en in Europa in 1857. De synoptische weersverwachting ontwikkelde zich snel na 1860, toen overal op aarde meteorologische diensten werden opgericht.