Verloop zonsopgang, zonsondergang en schemering

Merkbare verschillen in tijden zonsopgang en - ondergang in Nederland

zonsopkomst

Dat de dagen in Nederland in de winterse maanden korter daglicht hebben dan de zomerse maanden, is algemeen bekend. Hoe noordelijker een stad ligt, hoe groter de verschillen in de daglengte tussen de winterse en zomerse maanden is. Dat verschil is zelfs binnen Nederland merkbaar. In Groningen is het in juni ongeveer een half uur langer licht dan in Maastricht.

Hoe verder naar het oosten hoe eerder de zon opgaat en weer onder. Ook binnen Nederland is dit effect zichtbaar. In het oosten van het land gaat de zon circa 10 minuten eerder op dan in het westen. Het verschil geldt natuurlijk ook voor de zonsondergang.



De verandering van daglengte in de loop van het jaar verloopt niet regelmatig

De veranderingen van de zonsopgang en zonsondergang tijden verlopen niet regelmatig in een rechte lijn maar volgens een sinusoide. Rondom de zonnewende (zomerwende op 21 juni en winterwende op 21 december) verandert de daglengte het minst. Het verschil in zonsopgang en zonsondergang in de dagen rondom de zonnewende is maar enkele tientallen seconden per dag.

Bij nachtevening (op 20 maart en 23 september) is de lengte van dag en nacht overal op aarde gelijk. Het verschil in de daglengte van dag tot dag romdom de nachtevening verandert snel. Het verschil in de daglengte kan in de periode rond nachtevening tot 3 minuten per dag oplopen. Niet voor niets merken mensen vaak dat de dagen in het herfst snel korter worden.

21 december is natuurlijk de kortste dag van het jaar. Het is echter minder bekend dat de laatste zonsopgang niet op 21 december maar op pas eind december. Daarnaast is het vroegste tijdstip van zonsondergang niet op 21 december maar al rond midden december. Alles bij elkaar opgeteld is de kortste dag van het jaar 21 december. Dit verschijnsel is goed zichtbaar in de grafiek. Het antwoord op dit raadsel vinden we in de rotatie van de aarde om de zon. Lees hier...

De bewering dat zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat, geldt eigenlijk maar voor twee dagen in het jaar: op 20 maart en 23 september. In de zomer is de zonsopgang zichtbaar in het noordoosten en de zonsondergang in de buurt van het noordwesten. In de winter is de zonsopgang waarneembaar in het zuidoosten en de zonsondergang in het zuidwesten.


Verschil tussen het tijdstip van zonsondergang en schemering

De schemering en de zon onder horizon

Burgerlijke schemering - zon 6 graden onder horizon

Na de zonsondergang komt de burgerlijke schemering. Waarom heet de schemering ’burgerlijk’? In het Engels heet het ’civil twilight’. Het is de periode tussen zonsondergang en het moment waarop de zon 6 graden onder de horizon staat. De omtrekken van grote voorwerpen zijn duidelijk zichtbaar maaar zonder kunstverlichting kunnen we buiten niet veel meer doen.

Nautische schemering - zon 12 graden onder horizon

Na de burgerlijke schemering komt de nautische schemering die duurt tot de zon nog eens 6 graden verder is gezakt. Op het land is de horizon is niet te onderscheiden maar al die tijd is op zee nog de horizon te zien, daarna niet meer. Er worden steeds meer sterren zichtbaar. Bewegende voorwerpen kunnen op ca. 300 meter worden waargenomen, de kunstverlichting gaat buiten aan of uit.

Astronomische schemering - zon 18 graden onder horizon

De astronomische ochtendschemering begint met de eerste lichtstralen. Aan het einde van de astronomische avondschemering is het volledig donker.

In de zomer staat de zon op breedtes van meer dan ongeveer 48°N ’s nachts zo dicht onder de horizon dat de astronomische avondschemering meteen overgaat in de ochtendschemering en het niet echt donker wordt. Het wordt in zuidelijke landen ’s avonds na zonsondergang veel sneller donker. Het kan daarom soms handig zijn om te weten waneer het buiten echt donker wordt in plaats van de tijd van zonsondergang.

Bekijk de tijden van de astronomische schemering in Nederland! Hoe laat en hoe snel wordt het donker?

Azimut

De positie van de zon aan de hemel wordt aangegeven door de twee coördinaten: azimut en hoogte. Het azimut is de horizontale component, de hoek (in graden) met het noorden gemeten over het oosten (noord=0°, oost=90°, zuid=180°, west=270°). De gehele cirkel is dus 360°. Om de positie van zon aan de hemel te bepalen, hebben we ook de verticale component nodig. De hoogte is de hoek (in graden) tussen de zon en de horizon. De zon op de horizon staat op 0°.

Meer weten over natuurverschijnselen...?

Rode lucht

rode lucht

Regenboog

regenboog

Bliksem

bliksem

Onweersbui

Onweersbui